Nieuw koel- en vrieshuis met een 17m hoge hal, een tweelaagse expeditieruimte van 270 m x28 m en een kantoorgedeelte.
De hal wordt opgedeeld in brandcompartimenten van 34 m x70 m waarvan de wanden rondom brandwerend worden bekleed en elk de eigen stabiliteit verzorgen. De constructie van de hal is volledig los gehouden van de voorbouw. De constructie van de voorbouw (expeditie) betreft een volume van 28x270 m. Het kantoorgedeelte, onderdeel van de voorbouw, wordt constructief los gehouden van de rest van de voorbouw. Enerzijds wordt hiermee voorkomen dat er een thermische ontkoppeling moet worden toegepast, anderzijds wordt er mee voorkomen dat de
staalconstructie van de expeditie brandwerend bekleed moet worden. Doordat het kantoorgedeelte los is gehouden van de rest van de voorbouw was het mogelijk om het kantoor in te delen in gevolgklasse CC2 en de rest van de constructie in CC1.
Door de grote temperatuursverschillen in de gebruiksfase tussen de koel- en vriescellen enerzijds en de expeditie en de buitentemperatuur anderzijds, is speciale aandacht besteed aan de bevestiging van de sandwichpanelen en de secundaire en primaire hoofddraagconstructie.
Door de grote kolomvrije ruimten is een gebouw ontstaan dat voor vele doeleinden kan worden gebruikt. Hiermee kan na beëindiging van het huidige gebruik het gebouw nog een tweede leven krijgen.
Na een uitgebreide variantenstudie is uiteindelijk gekozen voor een staalconstructie met bijbehorend stramien dat past bij het gebruik. Hiermee is minimaal materiaalgebruik verkregen. Daarbij is met een staalconstructie het aantal transportbewegingen geminimaliseerd.
Keuze thermisch verzinkt staal
Er is gekozen voor thermisch verzinkt staal aangezien er in het gebouw bijna permanente condensatie optreedt en een zware industriele omgeving staat in een havenomgeving met een hoge vervuilingsgraad. Voor ons een keuze die binnen het project heel logisch was.