De Fietsappel

Fietsrekken in de vorm van een appel

De open constructie heeft de vorm van een appel, waarin een hellingbaan met bijna 1000 fietsrekken rondom omhoog loopt. De appel heeft een doorsnede van 28 m en een hoogte van 16 m. De binnenzijde van het geheel is open, als een uitgeboord klokhuis. Het bouwwerk is als een echte appel vormgegeven dus niet volledig bolvorming. Dat maakt dat elk onderdeel en de aansluiting anders is.
De constructie van de Fietsappel bestaat uit een dragend vakwerk aan de buitenzijde. Rondom de open binnenzijde staan negen kolommen, waartussen de rondgewalste profielen van de vloerranden zijn bevestigd. Deze negen kolommen staan echter allemaal onder verschillende hoeken, doordat ze min of meer de lijn van de buitenomtrek volgen.
Het stalen vakwerk in de buitenschil bestaat uit rechte buizen. Met gekromde elementen is geen dragend vakwerk te maken omdat de krachten daar niet goed door worden afgedragen. Ook zou het gaas van de buitenschil dan niet op te spannen zijn. Het vakwerk is zo ontworpen dat het met de hellingbaan meeloopt. Daardoor konden de vloerbalken van de hellingbaan rechtstreeks aan de knooppunten van het vakwerk van de buitenschil worden bevestigd.
De gehele constructie is thermisch verzinkt en tweelaags gepoedercoat. Dat betekende dus wel dat alle knooppunten als boutverbindingen moesten worden ontworpen. Daarvoor zijn aan de binnenste kolommen stalen flenzen gelast, die voor elk knooppunt apart uitgetekend zijn. In het vakwerk van de buitenschil is gekozen voor een uit plaat samengestelde zeshoekige koker. Ook die verschilt voor elk knooppunt. De zes buizen uit het vakwerk komen haaks aan op de vlakken van de knoop en zijn binnenin het knooppunt vastgebout. De knooppunten zijn aan de buitenzijde afgedekt met een cirkelvormige gebolde plaat. Vóór het verzinken en poedercoaten is de gehele staalconstructie voorgemonteerd. Door de vakwerkconstructie ligt de montagevolgorde namelijk helemaal vast. Als er dan een onderdeel niet klopt, ligt de bouw wekenlang stil.
Aan de binnenzijde van de Fietsappel zijn twee trappen geplaatst, die elk helemaal van boven naar beneden doorlopen en tegengesteld draaien aan de hellingbaan. Omdat deze de ronde constructie exact moeten volgen, zijn de trappen in de fabriek stap voor stap geproduceerd en opgebouwd. Na het verzinken en poedercoaten zijn de trappen in onderdelen naar de bouwplaats gebracht. Daar zijn ze vervolgens weer in elkaar gezet en aan het eind van het bouwproces in hun geheel van bovenaf ingehesen. Daarmee voorkom je dat er tijdens de bouw volop gebruik wordt gemaakt van de trappen, met alle beschadigingen van dien.