GG-NEERHOF

Slopen en herbouwen van een woning, volgens het woonerf principe op een open stedelijk hoekperceel.

Het terrein is gelegen in een buurt waar vroeger kleinindustrie op straat en binnenterreinen aanwezig was, alsook arbeidershuisjes stonden en nog staan. Het industriële karakter is er nog steeds tast- en voelbaar.

Het terrein bevat geen enkele rechte hoek, met grenzen in allerlei richtingen.

Concept :

Het hoekterrein had een open karakter dat ruimte gaf aan deze plek, wel in verval geraakt, vragend op herwaardering.

De volledige bestaande bouw werd afgebroken, want in te slechte staat voor behoud of verbouwing.

Tijdens de gesprekken met de bouwheer werd besproken of bouwen/wonen in de stad niet anders kon dan volgens de klassieke 15/12 m-bouwwijze voor het invullen en volbouwen van een stadsterrein?

Want dat zou resulteren in een 2- of 3-verdiepingshoog bouwvolume, alzo alle zonlicht en leefbaarheid hypothekerend. Niet enkel voor dit terrein zelf , doch ook voor de omliggende percelen.

Studietekeningen van 'gangbaar stedebouwkundige gabaritten' toonden aan dat het hier een foute Stedebouwkundige zet zou zijn. Het nieuw voorgestelde concept neemt tov alle buren veel minder licht weg dan mocht het gangbaar volume worden toegepast.

Door zijn terreinparameters leent dit hoekperceel zich om niet volgens het klassieke patroon te denken.

Dit resulteerde in een woonerf, omsloten door een bakstenen stadstuinmuur.

De bouwvolumes aan de randen plaatsend, variërend van hoog naar laag ifv hun positie op het terrein, en rekening houdend met buren en de zuid-gerichte binnentuin.

Daken, volumes zijn kleinschalig, verwijzend naar het industrieel verleden van deze site.

Zo ontstond o.a. het deel in shedddaken, en de veelheid aan stalen elementen, al dan niet gegalvaniseerd.

Het gebouw is U-vormig geconcipieerd zodat alle ruimtes intens contact hebben met de stadstuin, een belangrijke wens van de bouwheer.

Het woonvolume heeft tov de straat geen klassieke inkomdeur. Deze functie wordt opgenomen door een stalen toegangsdeur in de tuinmuur. Hierdoor betreed je eerst de tuin, en pas dan de verschillende buiten- en binnenruimtes. De tuin is een buitenkamer binnen het geheel van wonen, (be)leven.

Ook via de stalen schuifpoort van de carport is er rechtstreeks contact met de tuin. Deze overdekte binnen-buitenruimte is naar de tuin opengetrokken dmv een open portiekstructuur. Ze behoort ook tot de tuinkamer als een overgang tussen straat en tuin, en is meer dan een car-port.

Het gebouw bestaat uit een kelder, een gelijkvloers woon-/slaap-deel , en logeer-/badkamers op +1.

De slaap- en logeerkamers op +1 zijn ondergebracht in twee van elkaar gescheiden bouwvolumes. De logeerkamer boven de carport is bereikbaar via een gegalvaniseerde stalen buitentrap.

Als verbindende elementen/bouwdelen op dit complexe terrein kan men 4 delen onderscheiden :

* het bouwvolume in de Neerhofstraat, van 2 verdiepingen hoog  overgaand naar een afbouwend deel van 1 verdieping hoog. Het hoogste met een sheddak, het laagste met een lessenaarsdak, beiden afhellend naar de open stadstuin. Zo onstaat er een afbouwend volume.

* het bouwvolume grenzend aan de R. de Grimberghestraat met sheddaken, het voorste tov de scheimuur 2 hoog, het achterste 1 hoog,

* het verbindend gelijkvloers bouwdeel met plat dak tussen beide bouwvolumes.

* en een bakstenen stadstuinmuur aan de straatzijdes , de hoogte bepaald voor de privacy van de bewoners. In beide straten grijpt ze in een bouwvolume, en maakt deel uit van het gebouwd geheel.

Het tuingroen wordt aan het straatzicht getoond.

Samenvattend :

De positionering van de bouwvolumes wordt bepaald door :

-de oriëntatie van en de lichtinval op het terrein, tov de buren, in het bouwblok,

-de rust van de woning tov terrein en straat,

-het teruggeven van een groen hoekperceel aan de buurt,

Materialen en Constructie :

Doel was een baksteen- & staal-industriële architectuur te bekomen :

Tuinmuren en gevels werden uitgevoerd in 'gechipperde' ruw recup-parement.

De carport-rolschuifpoort (= industriële stalpoort) , de tuindeur, de binnentuintrap, schuifluiken in brut of gegalvaniseerd staal, gecombineerd met houten invulwerk.

Buitenschrijnwerk in Foster Janisol Arte staalprofielen, of hout,

Hellende daken in natuurkleurige zink,

PV panelen ingewerkt, visueel deel van de dakopbouw en -vorm,

Het gebouw is ook energetisch en milieuvriendelijk uitgevoerd. O.a. warmtepomp op diepteboringen + Free Cooling, D-balansventilatie + passieve koeling, eco-isolatie, vaste zonweringen dmv dakoversteken of buitenstaalconstructies met roosters, leempleister, leemvloeren, …

Doorgedreven staaltoepassing in buitentrap+passerel, schuifluiken, borstweringen, schuifpoort, inkomdeur, schouwkap, buiten- en binnenstelsels, industriële staalspanten.

De afmetingen, staalsoorten en de maatvoering zijn op de plannen en detailplannen terug te vinden.