Het Hotel Van der Valk Mechelen ligt aan de noordrand van de stad, net naast de afrit van de autosnelweg. Voordien huisden in het geklasseerde bouwblok de douane, de stedelijke baden en het openbare overdekte zwembad.
Wat weinig mensen weten, is dat het werd gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog, met als bedoeling om zoveel mogelijk mannen voor deportatie naar het toenmalige Pruisische Rijk te behoeden, waar ze zouden ingezet worden in de werkkampen. Constructief- technisch was dit bovendien een oefenterrein voor de bouwmeesters om de gebombardeerde gebouwen van de stadskern te gaan herbouwen. Dit leidde tot combinaties van nieuwe bouwtechnieken, waaronder gewapend beton, gietijzer, met de oude bouwtechnieken zoals baksteen gewelven, klassieke dakspanten, met stalen profielspanten, puntgevels etc. Midden in dat eclectisch bouwblok werd een zwembad gebouwd, overdekt met een gietijzeren draagstructuur. Daarom ligt dit gebouw vele Mechelaars zeer nauw aan het hart.
Wat toen nog niet geweten was, is het moeizaam samengaan van zuiver gietijzer of staal met de relatief corrosie agressieve omgeving van een verwarmd binnenzwembad: hoge luchtvochtigheid, hoge temperaturen en een licht corrosieve atmosfeer door de chloor, vraten de ranke structuur zo snel aan, dat al na enkele jaren werd overgegaan tot verscheidene verbouwingen van de zwembadhal zelf. In de jaren vijftig werd dan uiteindelijk een nieuwe zwembadhal gebouwd met een betonskelet dat zou standhouden tot einde jaren negentig, tot ook dan de betonrot te diep was doorgedrongen en, mede daardoor, door de stad werd besloten het zwembad voorgoed te sluiten.
Na een lange periode van leegstand, waarbij de stad Mechelen op zoek ging naar zinvolle invullingen, werd uiteindelijk besloten het gebouw van de hand te doen en er een commerciële publieke bestemming aan te geven. De hotelgroep Van der Valk samen met CIT Blaton en de ontwerpers van DAE wonnen uiteindelijk een open wedstrijd met een project dat de erfgoedwaarde van het complex respecteerde en tegelijk commerciële uitbating ervan veilig stelde op een duurzame wijze.
Om er op een zinvolle manier een hotelfunctie aan te kunnen geven, werd besloten de zwemkom te vrijwaren, en ze als buitenvijver te behouden. Errond werd terug aangesloten met de oorspronkelijke ritmering en fijne kadrering door er 58 hotelkamers rond te organiseren. Daarbij werd gekozen voor een circulaire bouwoplossing, zodat de tijdslijnen van erfgoed en nieuwbouw niet in conflict zouden komen. Een combinatie van staalskelet met potten en balken en een in portiekvorm aangehangen terrasuitbouw dragen de hotelkamers boven de rondgang rond het zwembad. De herbruikratio van thermisch verzinkt staal als recyclage van materiaal is al uitzonderlijk hoog, maar de bouwwijze laat ook toe componenten te recupereren en de droge invulbouw, maximaliseert dan weer de herbestemmingsmogelijkheden van het gebouw zelf.
Door een uitgepuurde detaillering die oog heeft voor aanpasbaarheid en meerdere gebruiksmodaliteiten, werd de oude zwemdok terug een centrale plek in het hart van het hotel.