De voormalige Breigoedfabriek Henri Verhulst werd getransformeerd tot een hedendaags wooncomplex met negentien woningen en een nieuwe stadstuin voor de buurt.
Door het behoud van de bestaande gevels en het hergebruik van waardevolle gebouwdelen, bleef het karakteristieke beeld van de interbellumarchitectuur intact. De Woonfabriek is dan ook een excellent voorbeeld van hoe oud en nieuw elkaar aanvullen en versterken.
Veel industrieel erfgoed in de Vlaamse dorpen rond Brussel en Aalst werd in de loop der jaren gesloopt. Dat het ook anders kan, bewijst de ‘Woonfabriek’. De herontwikkeling van dit cultuurhistorisch erfgoed tot een hedendaags project waar oud en nieuw elkaar aanvullen en versterken, is een uitdaging. Het resultaat is wel dat de identiteit en geschiedenis van de industriële activiteiten in de stads- en dorpskernen op deze manier behouden kunnen blijven.
Het bestaande trappenhuis van de breigoedfabriek werd als hoofdentree en vertikale circulatie herbruikt. De woningen aan de Hogeweg staan achter de fabrieksmuur. Deze bewoners kregen een terras tussen het nieuwe volume en de bestaande muur. Op de begane grond is hier het parkeren voorzien “in de fabriek”. In de voormalige directeurswoning werden nog drie stadswoningen gerealiseerd, en daarbovenop is er ook nog eens een penthouse ingericht. De bestaande bakstenen gevels van het voormalige fabrieksgebouw met directeurswoning werden in hun oorspronkelijke staat gerestaureerd en blijven de sfeer van het wooncomplex bepalen. Voor de nieuwbouw achter de muur werd bewust voor andere materialen gekozen. Aluminium beplating en betonnen gevelelementen completeren het beeld. De stalen structuur voor de buitencirculatie en werd ook gebruikt om de stabiliteit van de bestaande gebouwendelen te garanderen.
Het gebouw wordt ontsloten via de passerels en luchtbruggen uitgevoerd in thermisch verzinkt staal. Ook de structuur de de bestaande gevels ondersteund en tegelijk de constructie vormt voor de terrassen is uitgevoerd in een themisch verzinkte staalconstructie.
FR
NL