Blijf op de hoogte
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Tekst: Philip Willaert
Foto Bruno Dursin: Projecto
"Ik heb quasi heel mijn leven in de staalwereld gewerkt”, opent Bruno Dursin, directeur van de brancheorganisatie Zinkinfo Benelux, het gesprek. Hij was de afgelopen tien jaar de inspirerende voortrekker van de verzinkers in de Benelux, hij gaf hen een gezicht en extra empowerment. 90% van de verzinkers in de Benelux is lid van de brancheorganisatie. Samen zijn ze goed voor 450.000 ton verzinkt staal per jaar. Wij ontmoeten hem thuis op zijn nest in het landelijke Oedelem.
Zinkinfo is een belangenorganisatie ontstaan uit de fusie van twee nationale organisaties, namelijk de Stichting Doelmatig Verzinken (SDV) in Nederland en ProGalva in België. In 2010 was het huwelijk een feit en was de kerntaak van meet af aan het promoten van thermisch verzinken in de hele bouwketen gaande van architecten, studiebureaus en opdrachtgevers tot uitvoerende partijen staalbouwers en aannemers.
Bruno Dursin: “Kennisoverdracht is een van de hoofdtaken. Zorgen dat kennis niet verloren gaat, is nodig om promotie te maken. Wij hebben trouwens een overvloed aan technische kennis in huis. Dat uit zich doorgaans in inspecties en keuringen die Zinkinfo uitvoert. Daarnaast beschikken wij over een helpdesk, een bron van kennis die permanent beschikbaar is. Ook opleidingen aan professionelen en studenten zijn binnen onze organisatie aan de orde met daarnaast interne opleidingen bij verzinkerijen. Neem daar de technische infobladen bij waarin allerlei technische topics aan de orde zijn en de stroom aan informatie via de website, dan scoren we op dat vlak heel sterk. Onze kennis is beschikbaar voor al wie interesse heeft.”
De promotie van het verzinken gebeurt bijzonder intens. Architecten, staalbouwers en studiebureaus worden direct aangesproken en de daaraan gekoppelde bezoeken en infosessies verlopen altijd zeer geanimeerd.
Bruno Dursin: “De projectbezoeken hebben veel succes, op een bouwwerf zie je meteen het resultaat en begrijp je nog beter de do’s en don'ts wanneer je verzinkt staal toepast en hoe je met thermisch verzinkt staal een antwoord kan bieden op de uitdagingen en vragen die gesteld worden door de architecten en door de klant.”
Het drieluik kennisoverdracht, market development en promotie vormt de uitvalsbasis om het thermisch verzinken dichter bij de geviseerde doelgroepen te brengen. Bruno Dursin: “Wij gaan letterlijk de boer op, de helft van onze tijd zijn wij onderweg, organiseren wij infosessies en opleidingen en bezoeken we projecten. We staan in nauw contact met de markt. Dat vind ik nodig, anders zit je in een ivoren toren. Puur theoretische kennis, zonder dat je weet wat de vraag van de markt is, heeft volgens mij weinig zin. Door voeling met de markt te hebben zie je beter wat er beweegt. Het draait voor een groot stuk om sensibilisering.”
Vier jaar geleden startte ZIB de sensibiliseringscampagne ZEKER ZINK. De campagne, opgestart in overleg met de leden, wil het bewustzijn versterken i.v.m. de troeven van thermisch verzinken. Bruno Dursin: “Die zekerheid hebben we heel sterk gedocumenteerd en geargumenteerd, o.a. via ons zespuntenmanifest op onze website www.zekerzink.com. Je moet mensen inspireren en meenemen in het verhaal. En daar heb je een sterke boodschap voor nodig. Ik merk dat de infosessies en projectbezoeken hun uitwerking niet missen. Onze boodschap omtrent zekerheid wordt opgepikt, het wordt niet in twijfel getrokken. Ik ben daarin ook eerlijk in mijn verhaal. Ik waardeer de eerlijkheid van het proces, staal is goed of slecht verzinkt, je ziet het meteen. What you see is what you get. Je ziet zo vaak in de bouw dat er onvolkomenheden worden weggemoffeld. Verzinkers zijn echt met hun vak bezig, ze beheersen dat tot in de puntjes en ze verdragen geenszins een slechte uitvoering. Dat heeft me precies gecharmeerd, het past in mijn denken over hoe de bouw in elkaar moet zitten.”
“Als een architect zich buigt over een project, dan is hij in eerste instantie met materialen bezig. Welke materialen ga ik hier gebruiken en in welke context? Dat zijn de vragen. Kiest de architect voor staal dan is het nog maar de vraag of hij stil staat bij de oppervlaktebehandeling ervan. Vraagt hij zich af hoe een gebouw er over twintig of vijftig jaar zal uitzien? In mijn ogen is dat een belangrijke vraag, vooral als we het hebben over duurzaamheid. Toegepaste materialen dienen duurzaam te zijn en de tijd te trotseren. Helaas zie ik te vaak in het dagdagelijkse straatbeeld – en dat geldt voor beton, staal maar ook voor hout – toepassingen waarbij ik denk: waarom hebben ze niet goed nagedacht? Gebouwen van amper vijf of tien jaar zien er soms niet uit. Daar moet veel meer aandacht naartoe gaan, je geeft tenslotte iets door aan de volgende generatie. Door staal thermisch te verzinken geven wij hierop een gepast antwoord.”
“Wij hebben de morele plicht ervoor te zorgen dat gebouwen er mooi blijven uitzien. Gebouwen van amper vijf of tien jaar zien er soms niet uit. Daar moet veel meer aandacht naartoe gaan, je geeft tenslotte iets door aan de volgende generatie”
De Eiffeltoren is allerminst een icoon van duurzaamheid. Bruno Dursin: “Het grote probleem is het onderhoud. Het is een geschilderde staalconstructie die om de 8 à 9 jaar een nieuwe schilderbeurt vergt. Stel dat het was verzinkt, dan was er de eerste 80 jaar geen onderhoud vereist. Elke schilderbeurt van de Eiffeltoren kost overigens vier miljoen euro, dat is 15% van de initiële bouwkost! Momenteel krijgt de Eiffeltoren voor de 20e (!) keer een nieuw verfkleedje. Naast het normale schilderwerk verwijdert men bij 10% van de staalstructuren de oude verflagen omdat de hechting van de nieuwe verflaag anders in het gedrang komt. Een immens en duur karwei!” (foto: Stéphane Compoint)
En dan komen we uit bij Dursins stokpaardje: het circulaire bouwen. “Verzinken draagt bij tot het circulair maken van staal. Verzinkt staal is sowieso circulair. Bij thermisch verzinken moet je 80 jaar niks meer doen aan het staal. Dat betekent dat als je staal een tweede leven wilt geven, haal je het gewoon uit elkaar en monteer je het op een andere locatie. Geen gedoe met schilderen, bijwerken of herstellen, het kan perfect opnieuw gebruikt worden zonder enige impact op het milieu. Ten tweede: het zink an sich is 100% circulair. Bij smelting van staal is het zink volledig te recycleren onder de vorm van zinkstof die opnieuw kan worden gebruikt als grondstof voor secundair zink. Derde argument: het zink offert zich op aan het staal, dat betekent dat als er beschadiging optreedt tijdens een montage of demontage, zal door de kathodische bescherming op die plek geen roest ontstaan. Er is m.a.w. de garantie van een levenslange bescherming van het staal.”
“Wij hebben de morele plicht ervoor te zorgen dat gebouwen er mooi blijven uitzien. Wat mij bijvoorbeeld stoort, is afbladderende verf. Kijk maar in deze buurt, er zijn boerenbedrijven met een geschilderd hekwerk waar de verf vanaf komt en het staal is aangevreten. Tja, logisch zal je zeggen: de boer heeft wel andere dingen aan zijn hoofd. Verderop zie je een boer met een verzinkt hek en ook hij heeft geen zin om aan onderhoudswerk te doen, maar dat hek ziet er nog altijd goed uit. Trek dat door in het straatbeeld in zijn algemeenheid, dan wil je toch ook niet dat gevoel hebben van verloedering. Opdrachtgevers slaan nauwelijks acht op onderhoud en de overheid heeft er de centen niet voor. Geschilderde lichtmasten zien er na 10 jaar verschrikkelijk uit. Verzinkte masten daarentegen blijven blinken tot het einde der tijden. Kies je voor staal, zorg dan voor een onderhoudsvriendelijke oplossing.” Voor de directeur van ZIB is het een morele plicht hierop toe te zien als onderdeel van onze levenskwaliteit.
Verzinken en circulair bouwen is als twee handen op een buik. Bruno Dursin: “Wat verzinken betreft, scoren we bijzonder goed met reuse, repair en refurbish, daar hebben we ijzersterke argumenten. Een mooi voorbeeld is het project Circulaire Geleiderails van Rijkswaterstaat, de beheerder van Infrastructuur en Waterstaat in Nederland. De conclusie van de marktverkenning is dat renovatie van vangrails op een verantwoorde manier in de praktijk kan worden gebracht. Renoveren en opnieuw gebruiken geeft een aanzienlijke winst voor het milieu, met een besparing op de milieukosten tot wel 70 procent.
Daarnaast is renovatie goedkoper dan nieuw produceren en past het binnen de strenge veiligheidseisen die gelden voor geleiderails. Het circulair maken van geleiderails is een van de manieren voor Rijkswaterstaat om in 2030 circulair te werken en dus zo min mogelijk primaire grondstoffen te gebruiken. In de verkenning naar circulaire geleiderails is de hele renovatieketen onder de loep genomen, waarbij gebruikte geleiderails een volgend leven krijgen door de rail te demonteren, schoon te maken, te ontzinken en opnieuw te verzinken om daarna weer langs de weg te plaatsen.”
TwynstraGudde en LBPSight hebben als onafhankelijke partijen het proces rondom de verkenning begeleid, zodat alle belangen werden afgewogen en iedereen vanuit zijn eigen expertise kon bijdragen. “Zo ontstond er een gedeeld beeld van de businesscase en hebben alle ketenpartijen hun commitment uitgesproken. Zo hebben we samen kunnen vaststellen dat het technisch en economisch haalbaar is. Dankzij een open houding en het enthousiasme van iedereen is dit gelukt. Nu gaan we samen verder om het validatieproject in te richten. Rijkswaterstaat zal in de toekomst meer en meer circulair aanbesteden. Ik denk o.m. aan verlichtingsmasten en portieken boven de autosnelwegen.”
“Opdrachtgevers slaan nauwelijks acht op onderhoud en de overheid heeft er de centen niet voor. Kies je als architect voor staal, zorg dan voor een onderhoudsvriendelijke oplossing” – Bruno Dursin, Directeur Zinkinfo Benelux
In het perspectief van thermisch verzinken speelt de kwaliteit van het staal een rol van betekenis. Bruno Dursin: “De staalkwaliteit heeft een grote impact – zeker wat betreft de vorming van de zinklaag – op het uiteindelijke eindresultaat. Zinkinfo heeft op haar website een goede bestekbeschrijving geplaatst zodat voorschrijvers een optimale verzinkkwaliteit kunnen eisen. Met name het silicium- en fosforgehalte in het staal spelen een belangrijke rol. Kies voor kwaliteit en laat je niet opzadelen met pisbakkenstaal om gedoe achteraf te vermijden.”
Een ander luik dat hierop betrekking heeft, is het ontwerp. Ook daar komt heel wat kennisoverdracht aan te pas. Bruno Dursin: “Wij hebben voor architect, ontwerper en ingenieur specifieke tips om de voorwerpen die men wil verzinken goed te ontwerpen. Vergeet niet een zinkbad is toch een bad van +/- 450 graden, daar kan je niet in gaan rommelen en dus is het aangewezen om goed te ontwerpen en rekening te houden met alle aspecten voor veilig verzinken.”
Die ziet er gunstig uit voor ZIB, maar de voorman benadrukt dat het aspect ‘zekerheid’ niet mag worden verlaten. Bruno Dursin: “Wij moeten continu aandacht hebben voor ons manifest en laten zien dat we bereid zijn een nog beter en scherper traject in te slaan. Ik ben ervan overtuigd dat opdrachtgevers en overheden meer en meer bewust worden van de total life cycle cost. Onderhoudskosten zijn er altijd en iedereen weet dat je daar rekening mee moet houden. Het is een feit dat circulariteit een blijver wordt. In dit perspectief hebben wij troeven zat en kansen in overvloed.
Gevelbekleding is een toepassingsgebied waar nog te weinig aandacht aan wordt geschonken. Recent hebben we een boekje uitgebracht over de Silo in Kopenhagen, een project dat internationale prijzen in de wacht wist te slepen. Een buitengewoon mooi voorbeeld waarbij verzinkt staal als gevelbekleding werd gebruikt. De weg staat wagenwijd open voor nieuwe opportuniteiten en uitdagingen.”
De Silo in Kopenhagen – een project van COBE architects dat internationale prijzen in de wacht wist te slepen – is een buitengewoon mooi voorbeeld waarbij verzinkt staal als gevelbekleding werd gebruikt (foto: Rasmus Hjortshøj)
Meld je aan voor de nieuwsbrief