Gewenste staalsamenstellingen

Voor verzinken is de staalsamenstelling van groot belang. Afhankelijk van de legeringscomponenten Si en P in het staal, maar ook aluminium, nikkel, tin, koolstof, mangaan en zwavel kan de dikte en daarmee de ruwheid van de zinklaag sterk variëren.

Voor esthetisch verzinken is het dan ook sterk aan te raden een proefstuk te laten verzinken.

De hieronder getoonde tabel geeft voor Si en P aan binnen welke bandbreedte reactiviteit van het staal is te verwachten en waar de reactiviteit minder sterk is. De categorieën A en B geven over het algemeen een glad oppervlak na verzinken.

Staal dat bedoeld is voor lasersnijden, het zogenaamde MC staal, geeft zonder dat het geruwd is een dunne zinklaag. Het kan voorkomen dat door de keuze voor MC staal, de door de norm gestelde laagdikte niet gehaald kan worden zonder aanvullende maatregelen zoals stralen.

Eigenschappen van de deklaag in relatie tot de staalsamenstelling

Categorie

Typische niveaus van reactieve elementen 
% (massafractie)

Aanvullende informatie

Typische eigenschappen deklaag 

A

≤ 0,03 % Si en < 0,02 % P

Zie Opmerking 1 

De deklaag heeft een glanzend uiterlijk met een fijne textuur. De deklaagstructuur omvat een buitenste zinklaag.

B

≥ 0,14 % Si tot ≤ 0,25 % Si

Andere elementen kunnen de reactiviteit van het staal ook beïnvloeden. Met name een fosforgehalte boven de 0,035 % geeft verhoogde reactiviteit.

De deklaag kan een glanzend of mat uiterlijk hebben. De deklaagstructuur kan een buitenste zinklaag omvatten of ijzer-zinklegering kan uitlopen tot aan het oppervlak van de deklaag afhankelijk van de staalsamenstelling 

C

> 0,03 % Si tot < 0,14 % Si

Buitensporig dikke deklagen kunnen worden gevormd.

De deklaag heeft een donkerder uiterlijk met een grovere textuur. IJzer-zinklegeringen zijn sterk bepalend voor de structuur van de deklaag en lopen vaak door tot aan het oppervlak van de deklaag, wat de weerstand tegen beschadigingen vermindert.

D

> 0,25 % Si

De deklaagdikte neemt toe naarmate het siliciumgehalte hoger is.

 

OPMERKING 1  Staalsoorten met een samenstelling volgens de formule Si ≤ 0,03 % en Si + 2,5P ≤ 0,09 %  hebben zeer waarschijnlijk dezelfde eigenschappen. Voor koudgevormd staal gelden deze eigenschappen naar alle verwachting ook, mits de samenstelling van het staal voldoet aan de formule Si + 2,5P ≤ 0,04 %.

OPMERKING 2  De aanwezigheid van legeringselementen (bijv. nikkel of aluminium) in het gesmolten zink kunnen grote invloed hebben op de eigenschappen van de deklaag zoals aangegeven in deze tabel. De aanwijzingen in deze tabel zijn niet van toepassing voor hogetemperatuur verzinken (d.w.z. dompelen in gesmolten zink van 530 °C tot 560 °C).

OPMERKING 3  Andere factoren kunnen de staalsamenstellingen in de tabel beïnvloeden. In dat geval kunnen de aangegeven grenswaarden wat verschuiven.

OPMERKING 4  Staalsoorten met samenstellingen <0,01% silicium die ook een aluminiumgehalte > 0, 035% hebben, kunnen een lagere reactiviteit vertonen hetgeen kan resulteren in een lagere dan verwachte laagdikte. Deze staalsoorten kunnen verlaagde niveaus van deklaagsamenhang vertonen.

OPMERKING 5  Het ontwerp van het te verzinken object kan de eigenschappen van de deklaag ook beïnvloeden.