Poeder en natlak op verzinkte ondergronden
PRAKTIJKRICHTLIJN
De volgende twee Europese normen zijn van toepassing op het thermisch verzinken.Zij zijn complementair en vormen een onafscheidbaar geheel.
De EN ISO 1461 specificeert de algemene eigenschappen van thermisch verzinkte coatings en testmethoden voor thermisch verzinkte coatings die worden aangebracht door gefabriceerde ijzeren en stalen voorwerpen (inclusief bepaalde gietstukken) in een zinksmelt (met niet meer dan 2% andere metalen) te dompelen.
Iedere vijf jaar is er, conform de internationale voorschriften, een stemming nodig door alle aangesloten nationale commissies, waarbij wordt gevraagd of de bestaande norm ongewijzigd vijf jaar kan worden verlengd, of dat er een herziening nodig is. In 2019 werd geconcludeerd dat een wijziging noodzakelijk was vanwege alle feedback op de norm.
Elke herziening is dus het gevolg van op- en aanmerkingen op de inhoud gedurende het toepassen van de norm. In het bijzonder zijn er wijzigingen aangebracht op aspecten zoals het uiterlijk, de laagdikte en het herstellen van schades. Door deze aanpassingen is er meer duidelijkheid gecreëerd over wat wel of niet toelaatbaar is.
Ontwikkelingen op het vlak van chemische staalsamenstellingen gaven eveneens aanleiding om de tekst aan te passen. De omschrijving van de wijze van laagdiktemetingen was niet altijd duidelijk, waardoor er af en toe een discussie ontstond die feitelijk overbodig was.
De laagdiktetabel, met daarin de vereisten van de laagdikten gekoppeld aan een bepaalde staalsectiedikte, is ongewijzigd gebleven. Wel zijn er omwille van de veranderende staallegeringen en staalfabricages een aantal opmerkingen toegevoegd. Bijvoorbeeld staalsoorten met een zeer laag siliciumgehalte kunnen mogelijkerwijze niet voldoen aan de vereisten van laagdikte, behorende bij de betreffende staalsectiedikte. In dat geval worden de waardes van een lagere sectiedikte aangehouden als vereiste waardes.
Eveneens is het belangrijk om te weten dat bijvoorbeeld kop- en voetplaten aan langere profielen niet langer hoeven te worden meegenomen in de metingen van laagdiktes. Vaak zijn dergelijke aangelaste delen minder dik of minder reactief tijdens de zinklaagvorming.
De normenserie bestaat uit 3 delen:
Deel 1 geeft richtlijnen over de mate van corrosiewering die zinken deklagen bieden bij toepassing op ijzeren en stalen voorwerpen in verschillende milieus. Deze richtlijnen en aanbevelingen behandelen niet het onderhouden van bestaande bescherming tegen corrosie van zinken deklagen op staal. Richtlijnen voor dit onderwerp zijn te vinden in EN ISO 12944-5 en EN ISO 12944-8.
In deel 2 worden de algemene ontwerpbeginselen die van toepassing zijn op producten die ter bescherming tegen corrosie moeten worden verzinkt gegeven.
De volgende twee Europese normen zijn van toepassing op de duplex-systemen. Naast de normen die betrekking hebben op het thermisch verzinken of sherardizeren gelden:
Deze norm voor systemen met poederlakken geeft eisen aan alle partijen, die de kwaliteit van het uiteindelijke duplex-systeem bepalen. Belangrijk is dat parijen geïnformeerd zijn over ontwerp en doel van het uiteindelijke product. Achteraf moet duidelijk zijn, dat deze informatieuitwisseling heeft plaatsgevonden.
Deze norm geeft eisen te stellen aan poeders die voor duplex-systemen gebruikt moeten worden en testen voor deze poeders.
Deze richtlijnen kunnen nog worden gebruikt voor duplex-systemen met andere organische deklagen dan poederlakken.
PRAKTIJKRICHTLIJN
Leidraad thermisch verzinken conform EN-ISO 1461 en CE-markering van staalconstructies
NEN 5254 ‘Het industrieel aanbrengen van organische deklagen op thermisch verzinkte of gesherardiseerde producten (duplex-systeem)’ is herzien en onlangs gepubliceerd. Deze norm vervangt de vorige versie uit 2003.